12 tips om je ePortfolio te laten mislukken

Mijn persoonlijke interpretatie van de blogpost van Erik Driessen getiteld ‘Twelve tips on how to make your e-portfolio a failure.

Samenvattend

Wat moet je vooral niet doen.

Naar het origineel van Erik Driessen, die in 2014 twaalf tips op een rij zette voor docenten om succesvol ePortfolio’s in te zetten in het onderwijs. De Engelstalige blogpost is satirisch van aard, maar bevat wel een belangrijke onderliggende boodschap voor docenten en onderwijsontwikkelaars. Er zijn, volgens de auteur, behalve talloze succesvolle implementaties van ePortfolio’s in het onderwijs ook genoeg gevallen waarin de organisatie er niet in slaagde het portfolio een goede plek in het onderwijs te geven.

In zijn reflecties komt Erik Driessen tot onderstaande twaalf tips:

1. Iedereen gebruikt een ePortfolio, dus wij moeten ook

Stel jezelf de vraag welk probleem (welke problemen) de implementatie van een ePortfolio in je onderwijs gaat oplossen. En wees daarin ook kritisch: soms is er een eenvoudigere oplossing voorhanden waarmee je hetzelfde kunt bereiken.

2. Iedereen gebruikt dezelfde inrichting van het ePortfolio

Een bestaand ePortfolio inclusief de inrichting ervan kopiëren staat garant voor mislukking. Dat geldt tussen organisaties, maar net zo tussen verschillende faculteiten, opleidingen of vakgroepen binnen dezelfde organisatie. Zorg ervoor dat je het ePortfolio inricht en toespitst voor jouw curriculum en context.

3. Uploaden en beginnen maar

De inzet van een ePortfolio in je onderwijs is zelden terug te brengen tot plug-and-play. Kritisch voor het succes van het ePortfolio is een goede implementatie waarbij je meer dan voldoende oog hebt voor hoe je deelnemers en staf ermee gaan werken. En zoals dat gebruikelijk is bij de implementatie van een nieuw platform zoals bijvoorbeeld een leeromgeving of ePortfolio: neem de tijd je gebruikers te volgen en eventueel de implementatie bij te stellen.

4. Laat je deelnemers reflecteren, reflecteren, nog eens reflecteren en daarna nog eens reflecteren

Reflecteren kan voor sommige docenten een doel op zich worden. Natuurlijk is reflecteren op je leren doorslaggevend voor je ontwikkeling, maar daarin moet je niet doorslaan. Reflective practice is een vaardigheid op zich, die bovendien aardig arbeidsintensief kan zijn en niet door al je deelnemers zal worden gewaardeerd.

5. Of laat ze helemaal niet reflecteren

Zie 4.

6. De technologie lost het wel op

De technologie achter moderne platformen voor ePortfolio’s, zoals Mahara, kan een heleboel zaken voor je automatiseren, behalve het inhoudelijke gesprek dat je als docent of begeleider voert met je deelnemers. Zonder deze betekenisvolle gesprekken kun je portfolio-gericht leren niet succesvol inzetten.

7. Je portfolio standaardiseren

Een portfolio is persoonlijk van aard en laat zich om die reden niet of niet gemakkelijk standaardiseren. Dat kan moeilijk zijn als je graag controle en zicht wilt behouden over wat je deelnemers in hun portfolio doen en toevoegen. Een gestandaardiseerde inrichting, structuur en inhoud gaat om die reden niet samen met het individualistische ePortfolio. 

8. De beoordelingsprocedure standaardiseren

Zie 7.

9. Opties open houden en vaag formuleren

Het helpt deelnemers te werken met helder geformuleerde doelen, competenties, criteria en beoordelingsrubrics, zodat zij weten wat er van hen wordt verwacht. 

10. Het portfolio moet alomvattend zijn

In de 5 C’s van Kristina Hoeppner (Create, Collect, Curate, Converse, Connect) is niet voor niets ruimte ingebouwd voor de stap Curate waarin deelnemers een schifting maken in wat wel en niet op te nemen in het portfolio. Als ze alles zouden opnemen in hun portfolio, wordt het bijhouden door deelnemers én het beoordelen door docenten een bijzonder arbeidsintensief proces. Deze tip werkt erg goed met tip 7.

11. Het portfolio is er alleen voor formatieve doeleinden

Als het portfolio geen onderdeel uitmaakt van de (eind)beoordeling, weet je zeker dat je deelnemers en docenten er op den duur geen gebruik meer van zullen maken, in het bijzonder wanneer er wel beoordeelde activiteiten in beeld komen.

12. Geef cijfers en scores voor portfolio’s

Een cijfer of een score heeft in de context van een portfolio niet bijzonder veel betekenis voor een deelnemer. Belangrijker is de inhoudelijke en betekenisvolle feedback die zij van hun docenten, beoordelaars of coaches ontvangen. Zorg er dus voor dat je niet alleen een (eind)cijfer geeft voor het portfolio, maar dat je dat ook helder met feedback kunt onderbouwen zodat je deelnemer die inbreng ook kan gebruiken voor zijn of haar verdere ontwikkeling.

Vragen over ePortfolio’s of leren met ICT in het algemeen

Wil je meer weten over ePortfolio’s zoals Mahara, de leeromgeving Moodle of leren met ICT in het algemeen? Je kunt me vinden op Twitter (@VertalerJoost) of LinkedIn.